
Coronacrisis gaf technologische vooruitgang, maar nam af in sociale aspecten
- February 2022
- 0
Blijvend online lesgeven bedreigt het sociale karakter van het academisch onderwijs. De Landelijke Studentenvakbond vreest dat instellingen op de lange termijn hun lessen digitaal blijven aanbieden. Edith Hooge, voorzitter van de Onderwijsraad, heeft twijfels over de efficiëntie van online onderwijs, docenten steken meer tijd en moeite in het voorbereiden van lessen. Ook laat de pandemie zien dat de sociale functie van het onderwijs belangrijker is dan we dachten. Dit sociale karakter van het academische onderwijs zal verdwijnen als er te veel online en te weinig fysieke lessen plaatsvinden.
Bron: Science Guide
Nog niet alle lessen zijn fysiek, en daar heeft Ama Boahene, voorzitter van de LSVb, begrip voor: “We zitten in de laatste weken van de periode dus het is nu lastig om te schakelen. Veel instellingen willen waarschijnlijk de tentamens afwachten en daarna weer fysiek lesgeven.”
Vorig jaar nam de Tweede Kamer de motie van Kwint aan, die stelt dat fysiek onderwijs de norm moet zijn, met oog op de kwaliteit van het onderwijs en het studentenwelzijn. De LSVb is bang dat deze motie naar de achtergrond zal verdwijnen. “We weten niet hoeveel instellingen van plan zijn om op de lange termijn online les te blijven geven, maar we hebben van een aantal instellingen gehoord dat ze dat wel willen.
Bijvoorbeeld de Hogeschool Utrecht wilt nog veel lessen online houden. De LSVb maakt zich zorgen dat universiteiten en hogescholen online onderwijs gebruiken als manier om te bezuinigen, ook als de coronamaatregelen niet meer nodig zijn. De LSVb heeft dit al besproken met de koepels en minister Dijkgraaf.
De vakbond ziet toch veel grote voordelen van online onderwijs op de lange termijn. “Online lesgeven biedt flexibiliteit voor studenten. Als het gaat om een college waarbij de docent alleen maar aan het zenden is en er weinig interactie plaatsvindt, dan is het voor veel studenten juist fijn om het thuis te kijken. Bovendien zijn er kwetsbare studenten die online onderwijs juist nodig hebben. Voor hen is online onderwijs een uitkomst en wat ons betreft zou dat vastgehouden moeten worden.”
De LSVb het liefst fysiek en online onderwijs naast elkaar, dat zou het uitgangspunt moeten zijn in de toekomst. Dit kan mogelijk worden door de plaatsing van camera’s bij ieder college of werkgroep. Hierdoor wordt onderwijs veel toegankelijker, stelt Boahene. De LSVb en de ISO hebben dit voorstel al besproken met minister Dijkgraaf tijdens hun eerste ontmoeting. “Hij vroeg aan ons welke dingen hij mee moest nemen in het coronabeleid en wij hebben aangegeven dat dit een belangrijk punt is voor studenten.”
Het ministerie publiceert regelmatig servicedocumenten die hogescholen en universiteiten kunnen helpen met het in de praktijk brengen van de coronamaatregelen. In een nieuw servicedocument zouden wat betreft de LSVb specifiekere afspraken moeten komen voor wanneer online of fysiek onderwijs gewenst is. Boahene geeft toe dat de onderwijskoepels daar misschien niet blij mee zullen zijn, maar acht het wel noodzakelijk. “Op die manier kunnen docenten en instellingen nog steeds per situatie beslissen wat ze willen, zonder dat ze het belang van fysiek onderwijs vergeten.”
De Universiteit van Tilburg heeft n.a.v. de digitale ontwikkelingen in het onderwijs tijdens de coronacrisis een essaybundel uitgegeven. In de verzamelde essays wordt onderzocht wat de impact is geweest van het online onderwijs. Edith Hooge, voorzitter van de Onderwijsraad, is bezorgd dat instellingen geneigd zijn om vaker online les te geven, ten koste van het fysieke onderwijs. Nederlandse hogescholen en universiteiten hebben te maken met hoge studentenaantallen, waardoor online onderwijs aantrekkelijk is.
Toch betwijfelt Hooge of online lesgeven werkelijk efficiënter is. “Online en hybride onderwijs bieden veel mogelijkheden voor de kwaliteit van het academisch onderwijs. Naast deze observatie is het belangrijk om te concluderen dat deelnemen aan online en hybride onderwijs intensief en veeleisend is.” Het ontwikkelen van online lesmethodes vraagt om digitale bekwaamheid bovenop de gebruikelijke didactische, pedagogische en vakinhoudelijke kennis. Docenten besteden daardoor veel extra tijd en moeite aan het voorbereiden en geven van hun lessen.
Daarnaast wijst Hooge op een belangrijk aspect van fysiek onderwijs. “De sociale elementen van academisch lesgeven en studeren, zoals een vriendelijk gesprek met een andere student of een professor, samenkomen voor of na de les, samen studeren en het leven in de gemeenschap van de universiteit, worden ernstig belemmerd. De pandemie laat zien dat de sociale functie van onderwijs nog belangrijker is dan werd gedacht. Als er te veel online les plaatsvindt, en te weinig fysieke lessen zijn, dan verdwijnt het sociale karakter van het academische onderwijs.” Bovendien is het een misvatting dat online onderwijs efficiënter en kosteneffectiever is in vergelijking met fysiek onderwijs, aldus Hooge.
“Universiteiten moeten goed rekening houden met de langetermijneffecten van digitalisering en toenemend online onderwijs”, concludeert Hooge. “De coronacrisis heeft ons veel technologische vooruitgang gegeven, maar op het sociale vlak is ons veel afgenomen. Vooral de achteruitgang van de sociale aspecten van het onderwijs brengt de kwaliteit en toegankelijkheid van het academisch onderwijs in gevaar.”